Tips voor Ouders - leer uw kind fietsen

Fietsen leer je door het te doen. En je leert het nog beter door het vaak te doen. Hoe vaker hoe beter. Onze fietsleraren hebben de beste tips verzameld waarmee u thuis aan de gang kunt.

De tips sluiten aan bij de lessen die uw kind op school krijgt. Als u oefent op de manier waarop de fietsleraren dat ook doet, is de verwachting dat de kinderen nog sneller verbeteren.

We hebben tips voor ieder niveau. Klik op de knop van het niveau van uw kind of scrol naar beneden om alle tips te zien.

Wat is het niveau van uw kind?

Niveau 1 - de basis: De beste tips om te leren balanceren op een loopfiets

Tip 1: Begin op de loopfiets

Een loopfiets helpt kinderen om hun evenwicht te oefenen, wat belangrijk is om later goed te kunnen fietsen. Ze voelen zich zelfverzekerder omdat ze zelf kunnen stoppen en sturen. Zo leren ze spelenderwijs balans houden, waardoor ze straks gelijk kunnen overstappen op een fiets met trappers. Zónder zijwieltjes.

Tip 2: Heeft u geen loopfiets? Haal dan de trappers (en zijwieltjes) van de fiets

Je kunt een loopfiets maken door eerst de trappers van de fiets los te draaien met een moersleutel nr. 15. Draai de trappers naar de juiste kant los: de rechtertrapper gaat tegen de klok in en de linkertrapper met de klok mee. Als de trappers eraf zijn, kan het kind de fiets gebruiken als loopfiets om te oefenen met balans houden.

Tip 3. Zet het zadel van de loopfiets op de juiste hoogte

De juiste zadelhoogte voor een loopfiets is belangrijk voor goed balans. Het zadel moet zo staan dat het kind met beide voeten plat op de grond kan staan. Daarbij moeten de knieën licht gebogen zijn, zodat het kind makkelijk kan lopen en zich veilig voelt.

Tip 4: Leer balans met 'Flappen'

Dé truuk om kinderen te leren balanceren is om te ‘flappen’. Dit is afzetten met beide voeten tegelijk ipv met 1 been. Als je ‘flapt’ dan word je gedwongen om een klein stukje te balanceren. Hoe harder een kind afzet, hoe langer het de voeten van de grond kan houden.

Niveau 2 - De Trappers: Zo leer je een kind fietsen zonder zijwielen

Tip 1: Zo weet je of je kind klaar is om over te stappen op de fiets met trappers

Wij hanteren de volgende regel: kan je kind 5 meter balanceren met de voetjes van de vloer? Dan is het klaar om over te stappen naar een fiets met trappers.

Tip 2: Blijven trappen om snelheid te houden

Kinderen vergeten regelmatig dat ze moeten blijven trappen om snelheid te houden. Gebeurt dit bij uw kind? Roep dan “BLIJVEN TRAPPEN!”. Welke snelheid je nodig hebt hangt af van de situatie. Sneller op rechte stukken en rustiger in de bocht.

Tip 3: Kijk naar het punt waar je naartoe wilt

Leer uw kind om ver vooruit te kijken in de richting waar het naartoe wil fietsen. Als je links de bocht om wilt gaan kijk dan naar links. Als je niet tegen een paaltje aan wilt fietsen, kijk dan naar de weg ernaast. Want als je naar het paaltje kijkt fiets je er tegenaan. Blijf altijd trappen!

Tip 4. Rechtop zitten, handen stevig vast

Bij beginnende fietsers zie je vaak dat het kind heel verkrampt op de fiets zit. De handen moeten om de handvaten, stevig maar niet hard knijpen.

Tip 5. De eerste keer op de trappers. Duw mee onder de schouders

De eerste keer op de trappers: Duw mee onder de schouders. Fietsen gaat makkelijker met wat snelheid. Help het kind vooruit door het te duwen. Hierbij is het belangrijk dat je rustig meejogt. Je duwt het kind met 1 hand aan de bovenkant van de schouders. Zo voel je goed of het kind genoeg balans heeft om te blijven fietsen. Zodra je merkt dat het kind goed vaart heeft, probeer het korte momenten los te laten. Maak die momenten steeds langer, tot het punt waarop het zelf fietst. Loop dan zelf een paar passen naar achteren. Zo lijkt het net alsof het kind zelf superver heeft gefietst.

Niveau 3: Oefen de eerste verkeersvaardigheden

Tip 1: Hoe weet je of je kind klaar is om samen de weg op te gaan?

Wij hanteren de volgende regels: Het kind moet recht kunnen fietsen zonder te zwabberen, het kind moet op commando een noodstop kunnen maken en soepel een bocht om kunnen gaan.

Tip 2: Blijf continue coachen tijdens het fietsen

Als je met je kind op de weg fietst, is het belangrijk om steeds te blijven praten. Wijs op auto’s, andere fietsers en stoplichten en leg uit wat je doet. Zeg bijvoorbeeld: “We stoppen hier, want er komt een auto aan” of “Kijk goed naar links en rechts voordat je oversteekt.” Zo leert je kind veilig fietsen in het verkeer. Dit gaat het makkelijkst als het kind naast u fietst. Jij aan de straatkant en het kind aan de kant van de stoep

Tip 3: Onverwachte situaties - oefen de noodstop

Dit is een vaardigheid die ieder kind onder de knie moet hebben. Zodra u ‘STOP’ roept moet het kind hard remmen (vooral met de terugtraprem) om zo snel mogelijk stil te staan. Let goed op, want als het kind alleen met de voorrem remt (dit is een handrem) loopt het het risico om over de kop te slaan. De juiste houding is iets naar achteren hellend en de trappers op 3 en 9 uur.

Tip 4: Van een stoepje of over een tak? Trappers om 3 en 9 uur

Een boomwortel, een onverwacht stoepje, een tak op het fietspad, een plas water. Je komt het allemaal wel een keer tegen. Vaak kan je er gewoon overheen of erdoor. De trappers moeten recht, op 3 en 9 uur. Je komt iets uit het zadel en kijkt waar je naartoe wilt. Oefen dit bijvoorbeeld door van een stoep af te fietsen.

Tip 5: Stapsgewijs naar handuitsteken

Voor kinderen is het heel eng om een hand los te laten. Daarom leren wij het de kinderen aan in stapjes. Eerst heel kort loslaten, daarna wat langer, daarna een high 5 geven en tot slot de arm helemaal uitsteken. Zowel links als rechts

Tip 6: Oefen achterom kijken bij het afslaan

In het verkeer moet een kind zich bewust zijn van het feit dat het niet de enige verkeersdeelnemer is. Leer het kind achterom kijken voor een bocht door op de plek te gaan staan waar het kind naartoe moet kijken, steek een aantal vingers op. Het kind moet benoemen hoeveel vingers het zijn.